Opdrachtgever: Ministerie van Economische Zaken, gemeente Den Haag
Tijdvak: voorjaar 2015
samenwerking met: Liane Lankreijer, Natuurlijk in je kracht
Toekomst Landbouw
Het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB) is na de oorlog in het leven geroepen vanuit de gedachte ‘nooit meer honger’. En dat betekende, zo na de oorlog met hongerwinter, vooral nooit meer honger voor de stedelingen. Het GLB is Europees beleid dat de landbouw in Europa regelt en financiert. In de loop der tijd is het GLB doorgeschoten in de richting van schaalvergroting met een steeds hogere productie en productie voor de wereldmarkt en niet meer bewust voor de stedeling.
De stedeling wil ondertussen meer weten van voedselproductie en vertrouwt het voedsel dat in de supermarkt wordt aangeboden niet meer. De afstand tussen consument en producent is te groot geworden. Maar de stedeling wil ook het goedkoopste voedsel en altijd kunnen beschikken over producten.
Voedsel produceren lijkt simpel: je zaait, hebt geduld en je oogst. Die tijd is al lang voorbij want voedsel produceren is een wereldwijd complex systeem geworden. Het PBL (Planbureau voor de Leefomgeving) rafelde dit systeem uiteen en het blijkt dat een stuk of vijf grote internationale foodbedrijven de spil zijn en er het meest aan verdienen en het minst bijdragen aan de regionale economie. Daarbij bepalen deze bedrijven ook wat de boer produceert en wat de consument eet. Er is geen regionale relatie meer tussen vraag en aanbod en er vindt op grote schaal bodemerosie plaats door uitputting. Dan hebben we het nog niet over dierziekten en gebruik van antibiotica. Het huidige voedselsysteem en dus het landbouwsysteem is onhoudbaar geworden. Stadslandbouw kan zich ontwikkelen tot de drager van de systeemverandering in de landbouw.
Vaak dichten mensen, en ook beleidsmakers, een romantisch of utopisch beeld toe aan stadslandbouw, ‘lekker kneuterig samen tuinieren’. Maar stadslandbouw is niet terug naar de Middeleeuwen. En het is ook niet reëel te denken dat je met stadslandbouw een hele stad kan voeden.
Stadslandbouw
De Verenigde Naties hanteren als definitie dat alle voedselproductie binnen een straal van 60 mijl van de stad stadslandbouw kan worden genoemd. Mits ook voldaan wordt aan het verkorten van de keten en lokaal geproduceerd voedsel ook lokaal gebruikt wordt. Ook industriële voedselproductie aan de randen van de stad vallen onder die definitie. Redenerend vanuit die definitie is stadslandbouw dus heel breed en dat betekent iets voor de manier waarop we stadslandbouw benaderen.
Met die oorspronkelijke kernwaarde in beeld: ‘voldoende voedsel produceren voor de stad’, zouden we terug moeten naar een robuust systeem. Dat betekent differentiatie en minder afhankelijkheid, maar ook bewustwording van de waarde van voedsel en van daaruit een eerlijke boterham voor de boer. Het toverwoord daarbij is schaalverfijning.
Door kleinschalige (stads)landbouw te verbinden aan grootschalige landbouw en vraag en aanbod op elkaar af te stemmen. En door een nieuwe manier van voedselproductie nabij de stad. De WUR heeft bijvoorbeeld een ontwerpend onderzoek gedaan naar varkenshouderijen nabij de stad. Het was het antwoord op de mogelijkheden voor gezonde veehouderijsystemen. Door lokaal geproduceerd voedsel af te zetten op lokale en regionale markten. Door een diversere productie en door een logistiek systeem dat dit mogelijk maakt.
Welke ruimtelijke consequenties heeft de transitie naar een robuust systeem van voedselproductie? In een bijeenkomst ‘Energiek samenwerken aan onze roots in de stadslandbouw’ is o.a. daarover nagedacht. Over de verbinding tussen stad en voedselproducerend platteland en over de experimenteerruimte voor voedselproductie. Maar vooral ook over de verbindingen tussen de verschillende beleidsterreinen als het over voedsel gaat. Stadslandbouw vormt nu al de experimentele ruimte voor de nieuwe toekomstbestendige boer en de voedselbewuste burger.
De deelnemers zijn razend enthousiast over de dialoogsessie en er wordt gewerkt aan een vervolg.
Het verslag van de dialoogsessie is deels in een stripverhaal uitgewerkt, waarbij de worm - het symbool voor een gezonde bodem - een hoofdrol speelt.
link naar verslag vind je hier
Lekker Nassuh in Den Haag, een voedselinitiatief waarbij de producten vanuit het Westland rechtstreeks aan de consument worden verkocht.
onderdeel stripverhaal verbinden ervaringskennis aan theoretische kennis
onderdeel stripverhaal verbinden educatie aan bewustwording
onderdeel stripverhaal verbinden gezonde voeding aan gezonde bodem