Op 2 oktober presenteerde de WRR een nieuw rapport: ‘Naar een voedselbeleid’. In de media was het één dag groot nieuws. In de Volkskrant was het zelfs voorpaginanieuws. Het WRR rapport betoogt de transitie van landbouwbeleid naar voedselbeleid. Helaas wordt er in de reacties alleen maar ingegaan op (on)gezonde voeding en wat het belang daarvan is voor de gezondheid. Helaas, want dat is maar een deel van het verhaal. De rest van het verhaal gaat over hoe de huidige voedselketen oftewel het ‘voedselnet’ bepaalt wat boeren produceren en wij consumeren. De media schetsen de consument als slachtoffer van fout voedsel, maar dat voedsel stoppen we toch zelf in onze mond ? Zijn we makke schapen die eten wat ons voorgezet wordt? In dit artikel pleitten wij voor ‘weten wat we eten’. Niet alleen letterlijk en of het gezond is voor jezelf, maar ook wat het eten verder teweeg brengt. De bewustwording over de manier waarop we wereldwijd voedsel produceren gaat via je eigen bord!
De WRR beschrijft de samenhang tussen productie en consumptie van voedsel en de veranderde machtsverhoudingen daarin. Want daar zit de crux: wie bepaalt wat wij eten zijn de enkele grote spelers op de voedingsmarkt en niet de boer en de consument aan het begin en eind van de keten. De Supermarktketens, de diervoederbedrijven, de levensmiddelenindustrie, de banken en handelaren in grondstoffen die wereldwijd opereren. Die bepalen wat de boer verbouwt of groot brengt en wat er in de winkelwagen terecht komt. Waar het vandaan komt, wat er in zit en hoe het wordt geproduceerd, daar hebben we geen grip meer op. Dat is waar het WRR rapport over gaat. En dat raakt aan vele ontwikkelingen die op den duur grote problemen zullen veroorzaken.
Dat begint bij de boer. Landbouwgrond verschraalt, de zoetwatervoorraad neemt af, de uitstoot van broeikasgassen door veeteelt neemt toe, de effecten van klimaatverandering maken de opbrengsten onzeker en de biodiversiteit neemt af door eenzijdige en grootschalige landbouw. Boeren lijken ondernemers die produceren voor de wereldmarkt, maar ze lopen aan de leiband van de investeerders, de inkopers van de supermarkten en de toeleveranciers van grondstoffen. Aan de andere kant van de keten zit de consument die te veel vlees eet dat vol zit met antibiotica en kant en klaar voedsel eet met teveel zout, suiker en verzadigde vetten. Eén op de 8 mensen lijdt honger en de andere 7 lijden aan het risico op overgewicht. We gooien massaal kilo’s voedsel weg en nemen de varkenspest en vogelgriep op de koop toe. Dit lijkt niet alleen, maar is zelfs een onhoudbare ontwikkeling. Zeker gezien de toename van de wereldbevolking. We kunnen simpelweg niet meer eten zoals we dat nu doen.
Een andere ontwikkeling die parallel staat aan de noodzaak op een transitie in het landbouw- en voedselbeleid is de verstedelijking. Meer mensen gaan in steden wonen en trekken weg van het platteland. Het platteland lijkt leeg te stromen en de steden groeien. Die trend is al zichtbaar in de uithoeken van Nederland zoals Zeeuws Vlaanderen en Noordoost Groningen. De verstedelijking leidt niet alleen tot vergrijzing van het platteland, maar ook tot een verdere verwijdering tussen de plaats waar ons voedsel geproduceerd en de plaats waar het opgegeten wordt. Men is er zich niet van bewust wat er op het platteland gebeurt. De boeren, akkerbouwers, tuinders, veehouders en fruittelers, produceren allang niet meer zoals dat op stadse scholen wordt onderwezen. Of via de actie van boerderijmini’s van de AH in beeld wordt gebracht. Onze kinderen hebben er geen weet van dat een tuinder tot over z’n oren in de schulden zit door kapitaalintensieve investeringen in schaalvergroting met dure landbouwmachines, duur veevoer, dure kunstmest en hoge energieprijzen. Tel daar alle ingewikkelde wet- en regelgeving en de zorg om het inkomen bij op en de boer is op de rand van een burn-out.
Het op grote schaal verbouwen van maar één soort gewas, de eenzijdigheid en de internationale afhankelijkheid kan door elke dierziekte of boycot tot een gigantische catastrofe leiden voor de boer. En bovendien gaan de consequenties ons het gezonde verstand te boven: waarom moet een boer zijn veestapel ruimen omdat hij niet mag inenten (omdat dit ergens in China is afgesproken) en het vlees er niet slechter van wordt? Waarom laten we deze herfst het fruit in de boomgaard rotten omdat we geen zaken meer doen met Rusland? Terwijl je weet dat er mensen honger lijden. Dan kan er toch alleen sprake zijn van een ziek systeem van voedselproductie? Waarom staat het economische belang altijd ver boven het sociale en ecologische belang? Omdat we gevangen zitten in het voedselnet en we het ons niet eens bewust zijn?
Het rapport van de WRR gaat niet over onze gezondheid alleen. Het gaat over de gezondheid van de wereld. En daar vormen we een onderdeel van. Het gaat ook over de gezondheid van de aarde. Want op dit moment wordt de aarde als rijke en vruchtbare bron uitgehold. We keren ons ervan af, het contact lijkt verloren. De WRR spreekt over keuzes maken en dat elk onderdeel van het voedselnet: de producent, de verwerkende industrie, de handel in voedsel en de consument bewuste afwegingen moeten maken om de ecologische houdbaarheid, de gezondheid en de robuustheid van het voedselnet te verbeteren. Het gaat daarbij niet om de onderdelen in het voedselnet, maar om het geheel. Dit lijkt heel abstract en er kunnen heel wat discussies gevoerd worden met alle partijen die een belang hebben in het voedselnet.
Gelukkig is er in vele steden al een beweging op gang om het contact met wat je eet en dus met de aarde te herstellen. De drijfveren kunnen verschillen, maar het heeft allemaal te maken met het dichter bij je voedselproductie te willen staan. Onafhankelijk willen zijn van grote voedselverwerkende industrieën, niet meer bij willen dragen aan de verdere verwijdering van ons voedsel. Maar zelf initiatief nemen en voedsel dichter bij huis halen, meer contact met degene die het produceert. In Den Haag zijn er al heel wat initiatieven m.b.t. stadslandbouw. Deels gebaseerd op sociale cohesie en deels als reactie op de afhankelijkheid van het voedselnet. Leren waar voedsel vandaan komt en hoe het werkelijk is om het te telen. Volkstuintjes op braakliggende terreinen geven enigszins het gevoel grip te hebben op je eten. En als de economie aantrekt? Is het dan weer over tot de orde van de dag en gewoon weer geproduceerd eten kopen in de supermarkt?
Wij denken van niet. Het is tijd voor een robuuste fysieke voedselstructuur in de stad die de functie van het platteland (nee niet recreëren, maar voedsel verbouwen) verbindt aan de stad, die mensen verbindt met elkaar, de plek waar ze wonen en wat ze eten. Op die manier kan een voedselnet op lokaal schaalniveau worden gerealiseerd. Dat maakt transparanter en inzichtelijker hoe voedsel wordt gemaakt en verwerkt. Dan weet je wat er op je bord ligt en hoe het is gemaakt.
Liane Lankreijer en Pauline van den Broeke werken samen aan de sociale en fysieke structuur voor voedselinitiatieven in Den Haag.
Ik breng graag samen met jou je ideeën in beeld om te laten zien wat je bedoelt, zodat anderen het snappen.
Bel of mail:
pauline@canyouimagine.nl
06-20391946