ruimtelijk ontwerp en strategie

Omgevingswet voor ‘dummies’ 

06 aug, 2021

 In april 2018 organiseerden bewonersorganisatie de Groene Eland & de Haagse Mug vier informatieavonden over de Omgevingswet onder de titel ‘Handen aan het roer: omgevingswet ahoy !’.

In 2021 moeten alle Nederlandse gemeenten de nieuwe Omgevingswet gaan uitvoeren. Een belangrijke wet die gaat over de ´fysieke leefomgeving´. Dus over alles wat te maken heeft met:  ruimte, wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water, maar ook met zorg, energie-klimaat en economie. Allemaal zaken die direct raken aan de belangen van buurtbewoners, kleine ondernemers, bewonersorganisaties en andere maatschappelijke organisaties.

presentatie omgevingswet voor dummies 1De wet geeft bewoners meer inspraak aan de voorkant. Maar hoe werkt die wet eigenlijk? De eerste avond geeft meer inzicht in de werking van de omgevingswet. Onder de titel ‘Omgevingswet voor dummies’ heb ik op de eerste avond een presentatie gegeven aan de hand van aansprekende beelden om op een eenvoudige manier de werking van de wet uit te leggen. Op de tweede en derde avond werden door o.a. Frans Soeterbroek de focus gelegd op de aanpak van de gemeente en hoe je burgerparticipatie het beste kan invullen. Tijdens de vierde avond kwamen politici uit de gemeenteraad aan het woord.

In de nieuwe omgevingswet is de kwaliteit van de fysieke leefomgeving het vertrekpunt. Maar wat is die fysieke leefomgeving en hoe beoordeel je die? Door de fysieke leefomgeving te beschrijven in waarden en die te meten kan een nieuw initiatief (bouwplan) worden beoordeeld om meerwaarde voor de omgeving. Het meten van waarden en het 

inzichtelijk maken daarvan is subjectief en al heel lastig. Laat staan het beoordelen van een initiatief op de meerwaarde voor de buurt, de wijk of de stad. Hoe wordt er omgegaan met een meting van die waarden en wat betekent het als een initiatief volgens een beoordeling niet goed scoort op meerwaarde? 

De belangen spelen bij deze meting een grote rol. Er zijn veel belangen en de vraag is welke belangen het zwaarst wegen en waarom. Dat moet volgens de nieuwe omgevingswet allemaal transparant in beeld gebracht worden. Tot slot is er ook nog de rol en de taken van het bestuur en de raad. De omgevingswet beschrijft deze rollen en taken en zet daar nog een derde speler bij: de bewoners en andere belanghebbenden met de uitkomsten uit het participatieproces. 

presentatie omgevingswet voor dummies 4De belangrijkste meerwaarde van de omgevingswet is het integraal denken in opgaven. Het gaat over samenhang tussen wonen, werken, groen, mobiliteit, veiligheid, gezondheid en openbare ruimte. Door in een omgevingsvisie de hoofdlijnen kwaliteit fysieke leefomgeving en de voorgenomen ontwikkelingen in relatie met elkaar vast te leggen ontstaat een kader voor omgevingsplannen en programma’s. 

De nieuwe omgevingswet wordt telkens uitgesteld. Omdat de oude wet ruimtelijke ordening bestuurders, maar zeker ook bewoners, meer houvast geeft. Het blijft onduidelijk hoe de kwaliteit van de leefomgeving gemeten wordt in relatie tot nieuwe ontwikkelingen. En de invloed en weging van belangen onduidelijk blijft. Toch is het noodzakelijk om opgaven en nieuwe ontwikkelingen integraal te beschouwen en alle belangen (ook de gemeente is een belang) daarbij te betrekken.

Zonder cohesie geen beslisvermogen

08 feb, 2019

Deze stelling is de samengebalde conclusie van het leernetwerk “Het nieuwe stadmaken” van Pakhuis de Zwijger. Programmamaker Charley Fiedeldij Dop vatte tijdens de slotbijeenkomst alle inzichten van gemeenteambtenaren en stadmakers samen in deze zin. En het is zo raak. Voor participatief ontwerp, het verbinden van bottom up initiatieven aan beleid is de sociale cohesie een voorwaarde. Het is de basis voor vertrouwen, dialoog, eigenaarschap en verantwoordelijkheid. Coalities, nodig voor samenwerken aan een betere leefomgeving, komen alleen tot stand als er sprake is van invloed van iedereen.

Je kunt helemaal losgaan in allerlei methoden, spellen en vormen van moderatie en mediatie. Maar dat geeft geen garantie dat mensen echt het gevoel hebben dat ze invloed hebben. Mensen kunnen altijd meepraten, maar hebben niet altijd de indruk dat ze invloed hebben. Laat staan dat ze kunnen meebeslissen. Alle methoden ten spijt, als je mensen echt wilt betrekken moet je de verbinding echt zoeken op basis van gelijkwaardigheid. Haal niet op als je er niet over nagedacht hebt wat je met de informatie van mensen wilt doen. Verbind beleid en initiatiefnemers niet via subsidies. Want dan heb je geen verbinding. De communicatie is eenzijdig. 

Hoe houd je het vliegwiel wel gaande? Hoe zorg je ervoor dat initiatieven een verandering (transitie) in gang zet? Hoe bereik je dat initiatiefnemers, bewoners en stadmakers meerwaarde creëren voor de stad als geheel? Dat doe je door de energie van betrokken mensen te bundelen in collectieve daadkracht. Dat vergt een proces waarbij ontwerpkracht wordt ingezet om de dialoog te voeren. Onderschat de waarde van een proces niet. En beschouw dit ook als een waardevol product. Ook al is het geen fancy boek met fantastische en indrukwekkende infographics en analyses, het beklijft niet als je dit als eindresultaat beschouwt. Juist het proces is het product. Met als eindresultaat cohesie. Daarvoor moet je meer doen dan enkel tekeningen maken. Gebruik je tekeningen om inzicht te geven in je dialoog. Als een middel voor communicatie. Beschouw een proces als stap naar wijkdemocratie waarbij alle betrokkenen elkaar vertrouwen en met elkaar samenwerken. Pas dan ontstaat er meerwaarde. 

Dit is naar mijn idee het inzicht van twee jaar leernetwerk “Het nieuwe stadmaken”: organiseer een proces om echte betrokkenheid te realiseren en zorg ervoor dat mensen invloed kunnen uitoefenen. En wees je bewust dat een proces een product zonder einddatum is. Een tijdlijn waarbij je samen stap voor stap werkt aan een leefomgeving met meerwaarde. 

Het leernetwerk gaat door met een nieuwe programmareeks die voortbouwt op de lessen van “Het Nieuwe stadmaken”. https://dezwijger.nl/dossiers/leernetwerk-het-nieuwe-stadmaken

Een goede dialoog vergt oefening

28 jan, 2019

Pauline van den Broeke DebatMobiel gereedschapskistMet de DebatMobiel organiseren we de dialoog rondom initiatieven van straatbewoners. Dit is altijd op verzoek van bewoners. In de Buijs Ballotstraat in Den Haag was de DebatMobiel neergezet om een statement te maken. En de dialoog die daarbij plaats had moeten vinden was helaas te laat georganiseerd. Pas nadat de weerstand escaleerde kwamen bewoners in actie om het gesprek op te starten. Dat was heel jammer, maar ook leerzaam. De DebatMobiel is uiteindelijk uit de straat vertrokken. Voor veel bewoners met spijt in hun hart. En het lukte niet meer om de straat die zo hecht was opnieuw te verenigen. Een activistische houding van straatbewoners kan tegen zich keren. De gemeente zou zich meer bewust moeten zijn van hun rol en belang bij het voeren van de dialoog over de leefomgeving. En ook actief deze gesprekken organiseren om te oefenen en ervan te leren.   

Het gesprek aangaan

Is het mogelijk om een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de stad van onder af te activeren en klaar te maken voor de toekomst door experimenteerruimte te bieden? Met de DebatMobiel wordt een statement neergezet door een parkeerplek te transformeren tot een mobiele tuin en ontmoetingsplek. Tegelijk organiseren we een dialoog met bewoners om de wensen, zorgen en eventuele keuzes voor een toekomstbestendige, groene, veilige en prettige straat in beeld te brengen. Vaak spitst deze dialoog zich toe op de parkeerruimte in de straat.

Pauline van den Broeke in dailoog DebatMobiel WeimarstraatWe leven in steeds grotere steden en er moet flink wat worden bijgebouwd. Dat is enkel mogelijk als er principiële keuzes worden gemaakt over het gebruik van de collectieve ruimte, dus de ruimte die van ons allemaal is. De trend is dat de individuele keuzevrijheid in de stad niet meer gegarandeerd kan worden. Toch beschouwen veel bewoners een eigen auto met parkeerruimte als een vanzelfsprekendheid. Tegelijkertijd kiezen steeds meer stadsbewoners bewust voor het opgeven van eigen autobezit. Het begint te wringen dat mensen met een kenteken op hun naam het recht claimen op 10m2 ruimte op straat (die van iedereen is). 

Omdat het om de collectieve ruimte gaat, en dus de kwaliteit van de leefomgeving, moet het mogelijk gemaakt worden om keuzes gezamenlijk te maken. Dit past ook in de geest van de nieuwe omgevingswet. Het is een manier van planning die we niet meer gewend zijn. In de huidige situatie wordt snel de juridische weg gekozen om het gelijk te halen. Alles is vastgelegd in regels om zich veilig te voelen tegen onrecht. Maar regels en de juridische weg kennen vaak alleen verliezers. Daarom is het belangrijk om te investeren in de dialoog waar bewoners aan de voorkant betrokken worden bij de keuzes en waarbij tijd wordt genomen om alle belangen inzichtelijk te maken. 

Een initiatief nemen vergt lef en doorzettingsvermogen

Met de DebatMobiel wordt van bewoners verwacht dit gesprek met de straat zelf te organiseren. Een gesprek aangaan met je straat over veranderingen die je graag zou willen vergt lef, want je steekt je nek uit. Zeker als het om ingewikkelde keuzes gaat zoals het opheffen van parkeerplaatsen. Dat bewoners het moeilijk vinden om dit soort initiatieven te nemen is begrijpelijk en kan ook niet alleen van bewoners zelf gevraagd worden. Dat kost veel tijd en doorzettingsvermogen. 

Pauline van den Broeke stappenplan debatmobielHoewel de Omgevingswet hiervoor handvatten geeft moet er nog flink geoefend worden om te begrijpen hoe het werkt. Ook de gemeente zal verantwoordelijkheid moeten nemen om een proces van een goede dialoog te begeleiden, open staan en luisteren naar de belangen, betrekken van mensen en vooral vertrouwen opbouwen. En niet veilig wegduiken achter juridische termen en regels handhaven. Een gemeente die zijn nek uitsteekt en het gesprek durft aan te gaan, daar ruim de tijd voor neemt en niet bang is voor experimenteren zal vertrouwen winnen van de bewoners. 

Blijven oefenen en ervan leren

De leefomgeving is van iedereen. En de transitie naar een toekomstbestendige leefomgeving die bestand is tegen alle complexe opgaven die op ons afkomen is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Met de dialoog rondom de DebatMobiel worden stapjes gezet naar het bereiken van deze toekomst. Een transitie gaat niet vanzelf en met kleine stappen. Soms moet er zelfs een stap terug gedaan worden, zoals bij de Buijs Ballotstraat. Maar in plaats van de moed te verliezen moet hiervan geleerd worden. Ook de overheden, zoals de gemeente, is keihard nodig om de methodiek van dialoog voeren verder te ontwikkelen in de straatgesprekken. Om zo verder te bouwen aan de leefomgeving van de toekomst.

Verslagen van straatgesprekken zijn te vinden op DebatMobiel

Ontwerpkracht voor een goede dialoog

18 mei, 2018

Tussen zenden en ontvangen zit de wereld van de dialoog. Dialoog is een samenstelling van de Griekse woorden λόγος (logos, woord, taal, rede) en διά- (dia, door). Met alleen het voeren van een gesprek zie je vaak dat mensen elkaar toch niet goed begrijpen. Het verbeelden van alles wat gezegd wordt kan een krachtig instrument zijn om de dialoog te ondersteunen. Ontwerpkracht wordt daarbij interactief ingezet tijdens de dialoog. Dus niet slechts als ondersteunende verbeelding van een boodschap.

Zenden en ontvangen

Vroeger werden bewoners door de gemeente geïnformeerd over plannen. Bewoners kwamen naar inspraakavonden met scheldkannonades en andere ‘rotte eieren’ om vooral hun ongenoegen – over van alles en nog wat – te uiten. Veelal niet eens gericht op het plan dat voorlag. “De beslissing is toch al genomen” was een veelgehoorde klacht. Zenden, dat moest anders.

Dan ontvangen: bottom-up initiatieven worden gestimuleerd. Er wordt gestreefd naar een zo groot mogelijke groep betrokkenen en mensen mogen van alles roepen in de beginfase van een plan. Daarmee eindigt de betrokkenheid, want nadat iedereen zijn zegje heeft mogen doen wordt het stil. De gemeente weet dan niet zo goed wat het met de oogst moet doen. Want je kunt toch niet met alle bewoners een plan maken? En je kunt het onmogelijk iedereen naar de zin maken. En hoe verkoop je die boodschap terwijl je toch draagvlak wil creëren?

ontwerp methodieken

Ontwerpkracht is de sleutel

Ondersteun de dialoog met ontwerpkracht. In een dialoog betrek je bewoners door met elkaar in gesprek te gaan. Door goed te luisteren naar wat verteld wordt en de verhalen ter plekke om te zetten in een beeld. De zorgen van mensen worden ter plekke op een kaart geschetst. Waar is het onveilig? Dat zal niet overal zijn en niet op elk moment van de dag. Waardoor voelen mensen zich onveilig? Bijvoorbeeld door dat bosje daar, of dat fietspad dat zo dicht langs de rijbaan loopt. Zo ontstaat inzicht in de problemen die spelen. Ook oplossingen die aangedragen worden en de ruimtelijke consequenties kunnen op kaart geschetst worden. De wisselwerking tussen de verschillende inbreng wordt zichtbaar voor iedereen en dat leidt tot een scherper gesprek.

Zorg je voor vertrouwen

Deelnemers worden meegenomen in de wereld van ontwerpers en plannenmakers. Ze zien de ruimtelijke consequenties van mogelijke oplossingen die worden voorgesteld. Men herkent zijn of haar inbreng en voelt zich serieus genomen. Dat schept vertrouwen. Deze vertrouwensband ontstaat niet zomaar en is kwetsbaar. Vertrouwens is belangrijk voor een gevoel van medeverantwoordelijkheid en daarmee werk je aan draagvlak. Voor het vertrouwen is het belangrijk om het proces zorgvuldig in te richten en mensen goed op de hoogte te houden gedurende het proces.

Het belang van een goed proces

Ontwerpkracht is een middel – een instrument – dat je in elke fase van het planningsproces in kunt zetten. Van initiatieffase tot aan de beheerfase. Ontwerpen heeft dan als doel om mensen inzicht te geven. Inzicht in de opgave en mogelijke oplossingen. Uiteindelijk kom je samen tot een oplossing die het meest gedragen. Je werkt samen aan de inhoud, maar doorloopt tegelijk een (ontwerp)proces samen met bewoners en andere belanghebbenden. Elke stap in het proces brengt je dichter bij de oplossing en creëert een gevoel van medeverantwoordelijkheid..

Flexibiliteit is onmisbaar

Iedere situatie is anders en vooraf is moeilijk te voorspellen wat je aan het eind nodig hebt. Er is niet een bepaald voorschrift of protocol wat je moet of kunt doorlopen voor een goede dialoog. Maar ontwerpkracht is een middel dat goed kan helpen. Hoe je dat inzet? Dat kan op vele verschillende manieren, afhankelijk van de fase van het planproces, de hoeveelheid mensen die erbij betrokken zijn, het schaalniveau en het gebied. De stad kent een heel andere dynamiek dan het platteland. Cultuurhistorie en sociale verhoudingen zijn belangrijke factoren voor de inrichting van je dialoog en het daaraan verbonden ontwerpproces. Je zult het (ontwerp)proces steed moeten (willen) aanpassen. Het loopt toch altijd anders dan je van te voren hebt bedacht.

Acceptatie van verschillen

Ontwerpen in een dialoog is geen illustreren. De kracht van ontwerp in de dialoog is dat je samen met bewoners schetst. Essentieel is dat je contact maakt en dat alle ideeën welkom zijn. Dat wil niet zeggen dat iedereen de stift in handen houdt. Want meestal vinden mensen dat toch wel een enorme stap. Het eindresultaat is niet belangrijk, het is de weg naar het eindresultaat die er toe doet. Dat mensen inzicht hebben gekregen en dat mensen elkaars belang gaan begrijpen. Dat is waardevol. Je ontwerpt aan een coöperatieve oplossing vanuit de bestaande tegenstellingen. Een oplossing die in de ogen van de betrokkenen de beste oplossing is, omdat het geen optelsom is van belangen maar juist een acceptatie van de verschillen.

Ontwerpend in gesprek 

26 okt, 2017

met de Copericusstraat

De Coperiscusstraat is een smalle straat in de vooroorlogse ring van de stad Den Haag. Zo zijn er zoveel straten in Den Haag en in Nederland. De straat is versteend, de auto en het parkeren daarvan overheerst. De straat is zo smal dat de vuilniswagen er niet door heen kan. Er is onvoldoende ruimte voor fietsparkeren. Omdat de helft van de straat uit gesplitste woningen bestaat willen benedenburen ook niet alle fietsen van de bovenburen voor de deur accomoderen. De stoep is ten slotte al zo smal.

Pauline van den Broeke groen fietsparkeerobject Copernicusstraat 2In het gesprek met het straatcommittee is nagedacht over hoe je het fietsparkeren kan combineren met het vergroenen van de straat. Alle ideeën ten spijt, je zal het gesprek met de autobezitter aan moeten gaan om ruimte te creëeren voor deze ideeën. En als die ene klager dan verhaal gaat halen op het stadsdeelkantoor, wat dan? Want deze ene klager staan, met het bestemmingsplan wapperend, in zijn recht.

De gemeente Den Haag is voorzichtig bezig met de transitie van voorrang geven aan automoniliteit naar een duurzaam mobiliteitssysteem voor de stad. Daarbij wordt het begrip leefstraten als grote inspiratiebron gebruikt. En voeren wij met ons groepje DeBatmobielers de gesprekken met de straten die het roer om willen. De gemeente wil dat bewoners het experiment aangaan en stimuleert om het gewoon uit te proberen. Het dient meer doelen dan vergroenen en verduurzamen. Want de bouw van dit soort objecten in de straat geeft mensen een stimulans om samen na te denken over de toekomst van de parkeerplek, een recht dat niet meer zo vanzelfsprekend meer is. 

Copericusstraat gaat voor groen 1

Debatmobiel

24 jan, 2017

plaatje 7Halverwege 2016 zagen twee DeBatmobielen het levenslicht in twee straten in Den Haag. Het markeert de start van een experiment. Het DeBatmobiel is een instrument om met de buurt in dialoog te gaan over het vergroenen van je wijk. De discussie aan te gaan over al die geparkeerde auto’s en waarom we niet meer opkijken van de enorme hoeveelheid ruimte die mobiliteit in onze leefomgeving inneemt. Niet alleen fysiek, maar ook mentaal. De auto is immers niet meer weg te denken uit het straatbeeld. Een enkele keer maken we de autovrije straat nog mee. Bijvoorbeeld tijdens een straatfeest. Dan verzuchten we wel eens dat het stedenbouwkundig plan van toen niet voorzag in de auto’s van nu. Later is mobiliteit altijd als parkeernorm mee ontworpen in nieuwe stadsplannen. Eerst was één auto de norm, later zelfs meer dan één. En voor de deur parkeren was een voorwaarde en geen luxe. Maar de wereld verandert. En zo ook onze ideeën over automobiliteit. De zelfrijdende auto is een ontwikkeling die echt gaat gebeuren. Stel je eens voor dat auto’s zichzelf aan de rand van de stad parkeren. Of in automatische parkeergarages. En als je ergens naar toe wilt, dan roep je je auto op en die komt uit zichzelf voorrijden. Stel je eens voor dat je nooit meer op zoek hoeft naar een parkeerplek. Of hoeft file te parkeren. De rijlessen zullen totaal veranderen. Jongeren hebben geen behoefte meer aan een eigen auto.

Pauline van den Broeke Ontwerptafel OogstfeestHet experiment in Den Haag met de DeBatmobielen zet zich voort. Afgelopen najaar hebben we een Ontwerptafel gehouden op de DeBatmobiel tijdens het Oogstfeest in het Huijgenspark. We vroegen bezoekers om mee te denken over de vergroening van de Waldeck Pyrmontkade in Den Haag. 

En begin dit jaar hebben we een een Mobiele Babbel georganiseerd. Om ideeën op te halen over het vergroenen van je stad. We hebben al twee DeBatmobielen. Maar wat kun je nog meer verzinnen? In verschillende workshops zijn we de dialoog aangegaan. 

Pauline van den Broeke mobiele babbelEn er komen twee nieuwe DeBatmobielen bij. Een zelfs speciaal om in de straat Ontwerptafels te houden met je buren. En een om samen te koken met je buren.

Pauline van den Broeke groene lopers in Den HaagEen DeBatmobiel is een tijdelijke groene plek die zich verplaatst door de stad. We hopen dat elke keer dat de DeBatmobiel weggaat er een groene plek achter blijft. Dat is toch een mooie gedachte. 

Nieuw maximaal wonen

25 apr, 2016

Pauline van den Broeke huisvesting voor ouderenEen groeiende groep mensen in Nederland wordt over het hoofd gezien door woningbouwcorporaties en gemeenten. Een groep die bestaat uit alleenstaanden, jongeren, ouderen, studenten, statushouders en starters op de woningmarkt.

Een heterogene groep mensen, die met elkaar gemeen hebben dat ze graag flexibeler willen wonen. Sommigen voeren aan dat ze bewuster om willen gaan met hun CO2-voetafdruk. Of hun nageslacht niet willen belasten met alle spullen die zij tijdens hun leven verzameld hebben. Of de meeste tijd buitenshuis zijn. Of voor wie het bestaande woningaanbod simpelweg buiten hun financiële bereik valt. De reden kan ideëel zijn of praktisch. Maar er is geen aanbod. Simpelweg omdat er alleen maar eengezinswoningen zijn gebouwd. En vooral om te voldoen aan de trend om steeds groter te gaan wonen. De woningbezetting is wel kleiner geworden maar de grootte van de huizen is niet meegegroeid (lees meegekrompen). 

Daarnaast wonen er meer mensen bewust of onbewust alleen. En men wil graag meer dingen collectief gaan doen of gebruiken. Ook dat is een nieuwe trend die nog niet echt doorgedrongen is in het woningaanbod. 

Tot slot willen mensen zeggenschap over hun woning en omgeving. Als deze vergeten groep echt zou kunnen meepraten en ontwerpen aan de tafel waar de prestatieafspraken tussen woningbouwcorporaties en gemeenten worden beslecht dan zou er sneller geanticipeerd kunnen worden op deze nieuwe woningvraag. 

Die mensen die dromen van een eigen kleine woning. In de stad of daarbuiten, alleen of samen met anderen, met een goede bereikbaarheid, alle voorzieningen slim en collectief ondergebracht op een klein oppervlak, en energie-neutraal in het gebruik. De tijd is rijp voor woningbouwcorporaties en andere ontwikkelaars om de handschoen op te nemen en voldoende woningaanbod te creëren voor en samen met deze vergeten groep. 

Inspiratie is er genoeg. Bijvoorbeeld SpaceBox en SpaceCube

De Ontwerptafel blogt #2 

05 apr, 2016

Deze Column schreven we voor mijn Omgevingsvisie

de Ontwerptafel blogt #2Het opstellen van een omgevingsvisie is één van de ruimtelijke processen waar je mensen bij wilt betrekken. Steeds meer overheden weten dat het maken van ruimtelijk beleid niet meer sec aan hen toebedeeld is. Het wordt steeds belangrijker om de verschillende belangen mee te nemen en te luisteren naar inwoners, ondernemers en andere belanghebbenden. Aan De Ontwerptafel zetten we ontwerp als middel in om alle belangen in beeld te brengen en inzichtelijk te maken voor iedereen. Zodat we met elkaar een goede afweging kunnen maken. Als ontwerper zijn we in staat inhoud en verbanden te visualiseren zodat iedereen hetzelfde beeld heeft. Op deze manier kun je van het begin af aan met je stakeholders vormgeven aan een gedragen omgevingsvisie. 

Samen werken aan een omgevingsvisie is leuk. In een visie bepaal je welke ruimtelijke toekomst je als samenleving wenselijk acht. Uitgangspunt is welke (belevings)waarden je samen belangrijk vindt en dus wilt borgen of verder wilt ontwikkelen. In de samenleving is heel veel kennis die je kunt inzetten bij het omschrijven en verbeelden hiervan. Als overheid weet je op welke trends en ontwikkelingen je voorbereid wilt zijn. Tijdens een ontwerpsessie kun je de kennis en trends op kaart zetten en met elkaar in verband brengen. Door het te verbeelden kun je bij je stakeholders toetsen hoe zij daar naar kijken. 

Het is natuurlijk heel belangrijk om de juiste mensen aan tafel te hebben. Je wilt een goede afspiegeling van je stakeholders en tegelijkertijd wil je dat de groep waarmee je daadwerkelijk gaat ontwerpen niet te groot is. In overleg met de initiatiefnemers maken we een stakeholderanalyse. Soms weet je heel goed wie aan tafel moeten zitten, soms is het nodig dit eerst te verkennen. Een manier is een bredere startbijeenkomst waarna je je deelnemers voor De Ontwerptafel uitnodigt, je kunt ook denken aan een open oproep in combinatie met gerichte uitnodigingen. Vergeet niet om ook partijen uit te nodigen waarvan je weerstand verwacht. 

Aan De Ontwerptafel betrekken we mensen graag vanaf de start, omdat het tijd kost om een co-creatief proces te doorlopen. Zorg er wel voor dat je duidelijk bent over de rol die mensen krijgen in het proces. Wat je van hen vraagt maar ook wat ze ervoor terug krijgen. Je vraagt inzet, kennis, openheid en vertrouwen. Ze krijgen er invloed voor terug. Het is belangrijk om in het begin al aan te geven hoe ver die invloed reikt.  

Net zo belangrijk als 'wie' je betrekt is 'hoe' je iedereen betrekt. Hoe zorg je ervoor dat alle belangen gehoord worden? Maar ook hoe je de kennis en ideeën van je deelnemers tot hun recht laat komen in een gezamenlijke visie. Dit vraagt wat van de facilitators en is één van de redenen dat wij vrijwel altijd samen een Ontwerptafel voorzitten en begeleiden. Het is een samenspel van observeren, luisteren, doorvragen, ontwerpen en reflecteren.

Nancy Arkema en Pauline van den Broeke zijn beide opgeleid tot architect. Zij geloven dat ontwerp een krachtig middel is om de dialoog te voeren en tot gedragen ruimtelijke visies en plannen te komen. 

De Ontwerptafel

De Ontwerptafel blogt #1

05 apr, 2016

HOE ORGANISEER JE EEN GOEDE DIALOOG

Vijf ingrediënten voor een co-creatief proces

Wij krijgen regelmatig de vraag of we tips kunnen geven voor het organiseren van een goede dialoog en wat de sleutel is voor een succesvol proces. Dat het belangrijk is om stakeholders en belanghebbenden te betrekken is voor de meeste plannenmakers inmiddels wel duidelijk. Maar hoe doe je dat precies? Wanneer betrek je de mensen erbij en wat vraag je hen? In ons eerste blog geven we antwoord met vijf ingrediënten om een goede dialoog te voeren en aan de slag te gaan met co-creatie.
Veel leesplezier en vraag ons gerust om advies,

Pauline & Nancy, De Ontwerptafel

de Ontwerptafel blogt #1-tip 1

1. ZORG VOOR EEN GOEDE BALANS

Ga aan tafel als één van de stakeholders en niet als de partij waar niemand omheen kan, bijvoorbeeld omdat jij de vergunning afgeeft. Die gelijkwaardigheid is essentieel. Zorg daarbij dat je de juiste mensen aan tafel hebt, dus niet alleen je medestanders. Door in een vroeg stadium verschillende standpunten te betrekken krijg je een beter doordacht en gedragen plan. Kies een onafhankelijke voorzitter die de balans aan tafel waarborgt.

de Ontwerptafel blogt #1-tip 2

2. KEN JE SPEELVELD

Kies je gesprekspartners zorgvuldig en betrek ze al bij het formuleren van de opgave. Bespreek met elkaar wat nu echt het probleem is, waarvoor een oplossing moet worden gevonden. Maak dat voor iedereen inzichtelijk. Nodig uit op persoonlijke titel en geef aan waarom je juist die persoon erbij wilt betrekken. Sta ook open voor nieuwe gesprekspartners.

de Ontwerptafel blogt #1-tip 3

3. MAAK JE OPGAVE CONCREET

Bepaal samen wat het probleem is en hoe je dat gaat onderzoeken. Maak dit zo concreet mogelijk door middel van een goede analyse. Kijk daarbij naar de context en leg verbindingen met ander beleid en andere opgaven. Zorg ervoor dat iedereen het snapt. Breng alle belangen in beeld en laat zien waar de knelpunten en kansen liggen. Voer daar dan ook het gesprek over met respect voor elk belang.

de Ontwerptafel blogt #1-tip 4

4. WEES TRANSPARANT

Wees eerlijk over de mate van invloed. Niets zo frustrerend als resultaten van een goede dialoogsessie waar niets mee gebeurt. Maak daar, voorafgaand aan het proces, afspraken over en hou je daar ook aan. Zorg ervoor dat je gesprekspartners je kunnen vertrouwen. Als je dat vertrouwen beschaamt kan je proces van co-creatie zo in de prullenbak.

de Ontwerptafel blogt #1-tip 5

5. NEEM DE TIJD OM TE LUISTEREN

Het respecteren van elkaars belangen is essentieel voor een goed proces. Neem de tijd om naar elkaar te luisteren. Zorg ervoor dat iedereen gehoord wordt en zich betrokken voelt. In de loop van het proces wordt die betrokkenheid omgezet in een gedeelde verantwoordelijkheid met als resultaat draagvlak voor de oplossing. En dus draagvlak voor het plan. 

Atlas van de toekomst

24 nov, 2015

Pauline van den Broeke atlas van de toekomst deel 2In januari werd het door de KNAG tijdens de opening van het Jaar van de Ruimte 2015 aangekondigd: de atlas van de toekomst. Aan leerlingen van middelbare scholen werd gevraagd een visie te geven op de toekomst van Nederland. En dat vanuit 4 verschillende perspectieven: de scenario’s zoals die in het vakjargon heten.

Ook de leerlingen van het Aloysius College deden mee onder leiding van Marijn de Smit, de aardrijkskunde docent. Ze had me gevraagd om feed back want Ruimtelijke Ordening en ver in de toekomst denken blijkt toch wel een bijzondere expertise.

Het was leuk om te zien welke gedachten de leerlingen hebben over de toekomst. Welke extrapolaties ze doen van trends die ze nu zien. En dan is het bijzonder dat kinderen andere trends zien en dat ze een extrapolatie daarvan anders uitwerken. Dat kan je naïviteit noemen. Maar het is eigenlijk gewoon een extra inzicht die je op interessante gedachten kan brengen. Op die manier moet deze atlas van de KNAG dan ook gebruikt worden als het Jaar van de Ruimte 2015 afsluit. Ruimtelijk Ordenaars van Nederland: gebruik de inzichten van deze leerlingen in Nederland om je eigen inzichten te verrijken. Het is het waard. 

Pauline van den Broeke atlas van de toekomst

Blijvend geïnspireerd worden?

Pauline van den Broeke de Ontwerptafel

Ik breng graag samen met jou je ideeën in beeld om te laten zien wat je bedoelt, zodat anderen het snappen.

Bel of mail:

pauline@canyouimagine.nl
06-20391946